Onderweg in Vietnam

5 februari 2020 - Phan Rang–Tháp Chàm, Vietnam

Als je in Vietnam op reis bent, zijn er veel zaken die geheel anders zijn dan in Nederland. Om te beginnen: het wagenpark. Europese auto's zie je nauwelijks. Het enige Europese merk dat we tot nu toe zijn tegengekomen is Mercedes, maar die is alleen voor de hele rijke mensen. En daar zijn er niet zo heel veel van... Eerder vertelden wij al dat er 2 miljoen auto's in Vietnam rondrijden (op een bevolking van bijna 100 miljoen). Als je daar alle Toyota's van af haalt, houd je misschien nog een kwart over en die komen grotendeels uit Azië: Hyundai, KIA, soms een Nissan en Mitsubishi. Bij de bestelauto's kom je nog wel eens een Ford Transit tegen, maar dat is het dan ook wel. En bijna altijd zit er een man achter het stuur.

Het verkeer in de grote stad is enorm hectisch. Dat komt natuurlijk ook door al die brommers die ook deel uitmaken van het verkeer en veel talrijker zijn dan de auto's. Overdag houdt men zich redelijk aan de verkeersregels, maar zodra het donker is wordt er, met name door de brommertjes, heel veel door rood gereden. Bij het afslaan rijdt men rustig een stukje tegen de rijrichting in. Geen wonder dat het aantal verkeersdoden in Vietnam enorm is: bijna 10.000 per jaar.

Als je Ho Chi Minh City uitrijdt zie je prachtige, nieuwgebouwde appartementencomplexen. Helaas staan die bijna allemaal leeg, want bijna geen enkele Vietnamees kan ze betalen. Je vraagt je echt af waarom de overheid doorgaat met het bouwen ervan...

Hoe verder je van de stad afkomt, des te rustiger het wordt. Maar het blijft toch altijd uitkijken voor de brommers. Langs de weg zie je allerlei handeltjes, soms in kleine stalletjes, soms als overdekte uitbouw voor een woning. Groente, fruit en vlees zijn artikelen die vaak over de toonbankjes gaan. Ook zie je veel eettentjes, waar je naar het toilet kunt en waar je iets te eten of te drinken kan kopen. Grappig is dat in veel eetgelegenheden langs de weg een deel van de stoelen vervangen is door hangmatten. Soms zijn er zelfs helemaal geen stoelen, alleen maar hangmatten. In de grote plaatsen zijn goed geoutilleerde supermarkten, die kunnen wedijveren met hun Europese collega's.

We hebben het al eerder gehad over de gewoonte om je familie te begraven in hun eigen rijstveld. Daarnaast zie je ook regelmatig grotere begraafplaatsen langs de weg. De Vietnamezen spreken dan over de "stad voor de wachtenden" (the waiting city), omdat degenen die daar liggen, wachten op het moment dat jij daar ook naar toe komt...

Als je van HCMC richting de kust rijdt, zie je nog veel huizen uit de Franse koloniale tijd. Vaak hebben ze een prachtige voorgevel, maar de rest van het gebouw is niet zelden behoorlijk verwaarloosd. Ook worden de mooie gevels soms bijna aan het oog onttrokken door de overkappinkjes waaronder allerlei handeltjes worden gedreven. Kerken en tempels staan broederlijk naast elkaar en zien er bijna altijd uit om door een ringetje te halen. De verschillende godsdiensten gaan hier vriendelijk en respectvol met elkaar om. En daar kunnen we in het westen nog wel iets van leren...

Foto’s