Nog wat interessante feiten over Vietnam

5 februari 2020 - Phan Rang–Tháp Chàm, Vietnam

Een van de leuke dingen van deze reis is dat we naast onze Nederlandse reisleider ook een Vietnamese gids hebben. Hij vertelt ons heel veel over het gewone leven in Vietnam, zodat deze reis niet alleen erg mooi en leuk, maar ook erg leerzaam is.

De Vietnamezen zijn ongelooflijk vriendelijke mensen. Ze zijn beleefd, behulpzaam en ook wel een beetje verlegen. Toch zit er onder dat uiterlijk vertoon veel meer diepzinnigheid. Vietnam is een jong land als je kijkt naar de leeftijdsopbouw. Er zijn relatief veel jonge Vietnamezen. De gemiddelde levensverwachting van een Vietnamees ligt intussen rond 72 jaar. Zo'n jaar of 30 geleden was dat nog 54...

De oorlog met Amerika, die eindigde in 1975, laat nog steeds zijn sporen na. Omdat de Vietcong altijd gemaskerd waren (want dan wist je niet wie de ander was en kon je elkaar ook niet verraden!), werd vaak pas na de oorlog duidelijk wie aan welke kant had gestaan: aan de kant van de Amerikanen of aan de kant van de communisten. Dat leidde niet zelden tot stevige tweespalt in de families. Zo vertelde onze gids bijvoorbeeld dat zijn beide ouders ieder aan een andere kant hadden gestaan. Hijzelf zegt dat hij aan geen van beide kanten staat; hij noemt zichzelf een socialist.

Toen de oorlog was afgelopen werden de Vietnamezen die aan de Amerikaanse kant hadden gestaan naar "heropvoedingskampen" gestuurd. Hoe lang je daar moest blijven hing af van wat je rol in de oorlog was geweest. Was die niet zo groot geweest, dan werd je soms na 6 of 9 maanden weer vrijgelaten, maar was je rol belangrijker geweest dan duurde de "heropvoeding" soms jaren. Vandaar dat in die tijd heel veel Vietnamezen als bootvluchteling het land probeerden te verlaten om elders een bestaan op te bouwen. Onze gids vertelde dat hij een familielid heeft die in de oorlog voor de CIA werkte. Die kwam pas na 20 jaar vrij, in 1995, na het verzoeningsbezoek van Bill Clinton. Hij woont nu in New York en komt alleen terug na zijn crematie om hier in Vietnam verstrooid te worden...

Reizen naar het buitenland wordt door de regering niet aangemoedigd. Voor landen in de omgeving, Cambodja, Laos, Myanmar, Brunei, Maleisië,  Indonesië en de Philippijnen hebben Vietnamezen geen visum nodig. Als ze een paspoort hebben mogen ze daar vrij naartoe reizen. Maar voor China bijvoorbeeld hebben ze wel een visum nodig. En die visums zijn moeilijk te krijgen. Als een Vietnamees naar Europa of naar de VS wil (bijvoorbeeld om te studeren) gaat daar een hele procedure aan vooraf. Jij en je familie worden helemaal bevraagd en als alle antwoorden bevredigend genoeg zijn, stijgt de kans om een uitreisvisum te krijgen. Maar dan moet je wel een bankrekening kunnen laten zien waar minimaal omgerekend € 40.000 op staat. Als je weggaat, wordt deze rekening door de staat bevroren en het geld komt pas vrij als je weer terugbent. Zodoende probeert men een garantie in te bouwen dat iemand niet in het westen achterblijft. Het zijn van die dingen waar je niet zo snel aan denkt als je door dit prachtige land reist, maar het is er dus wel...

Vietnam is een communistisch land met een partij: de communistische. Elke vijf jaar zijn er verkiezingen en wordt er een nieuw parlement gekozen. Als je een goede baan wilt hebben, moet je lid zijn van de partij. Acht procent van de bevolking is rooms-katholiek en rooms-katholieke mensen mogen geen lid worden van de partij...

Op dit moment probeert het land de recessie, waarin de hele wereld de afgelopen jaren verkeerd heeft te boven te komen. Er zijn ambitieuze bouwprojecten opgestart. Zo staat inmiddels in HCMC een wolkenkrabber, Landmark 81, van 461,2 meter hoog, het hoogste gebouw van Vietnam en van heel Indochina. Langs de kust worden hotels en resorts gebouwd, waar toeristen vanuit de hele wereld in de toekomst naar toe moeten komen. In HCMC wordt met hulp van Japan op dit moment de eerste metrolijn aangelegd. Hij had in 2013 klaar moeten zijn, maar de recessie heeft roet in het eten gegooid. Men hoopt nu op volgend jaar, maar de kosten zijn inmiddels een veelvoud van de eerste beramingen...

De Vietnamese taal is voor ons onbegrijpelijk. Het is een taal die vooral uit klanken bestaat. Het alfabet bestaat uit 29 letters maar de Z bijvoorbeeld kennen ze niet. Wel zijn er vijf verschillende letters A, die allemaal met een toegevoegd tekentje (een accent of een boogje bijv.) worden aangeduid. Elke A heeft een andere uitspraak en als je die niet beheerst ga je hele rare dingen zeggen... De meest voorkomende Vietnamese naam is Nguyen. Dat wordt echter uitgesproken als iets dat op "wing" lijkt, maar het net niet helemaal is... De meeste Vietnamezen spreken alleen hun eigen taal. Heel af en toe tref je jongelui die een heel klein beetje Engels spreken, maar dan vaak ook maar echt een heel klein beetje. Maar met aanwijzen, handen- en voetenwerk dus, kom je een heel eind. En men blijft altijd vriendelijk!